Topzwemster Tes Schouten leeft in een mannenwereld. Dat vindt de wereldkampioene 200 meter schoolslag bovenal prettig. Al denkt ze soms wel: “Veel plezier met dat gelul.”
Een paar weken geleden stapte Tes Schouten (23) door de kleedkamer, langs de douches naar het zwembad, toen er ineens een uitroep van haar teamgenoot Caspar Corbeau langs de crèmekleurige vloertegels galmde. “Tes! Wat doe je hier?”
Schouten, sinds februari wereldkampioen op de 200 meter schoolslag, is het gros van haar tijd vrouw in een mannenwereld. Ze groeide op met twee broers – met een van hen vormt ze een twee-eiige tweeling.
Ze is ook de enige vrouw in de nationale selectie van coach Mark Faber, bij wie ze al sinds haar 16de traint. Met Corbeau, Arno Kamminga en Kenzo Simons heeft ze drie mannen als ploeggenoten. Ook hun vaste fysiotherapeut is een man. Met hen brengt ze al snel 80 procent van haar dag door.
“Ja”, zegt Schouten een tikkeltje beschaamd, maar vooral vol zelfspot vanaf een bruinleren bank in het Italiaanse bergdorp Livigno. “Het kan dus gebeuren dat je zonder nadenken je ploeggenoten volgt en per ongeluk een douchende man passeert.”
Schouten zit in de lobby van een in chaletstijl ingericht hotel. Houten vloer, houten tafels, houten plafond en een houten halfronde erker naast de entree. De meeste gasten vieren er vakantie, voor haar is het doel van haar reis uiterst serieus. Databureau Gracenote voorspelde vorige maand dat zij de Nederlandse ploeg olympisch zwemgoud zal bezorgen.
Tes ziet er gezond uit. Haar blonde krullen vallen los over haar schouders. Ze draagt een joggingbroek; andere broeken heeft ze niet mee deze drieënhalve week die toch voornamelijk uit trainen bestaat. Aan haar voeten bungelen donkere badslippers. Een leven in of rond het zwembad: echte schoenen draagt ze zelden.
In februari pakte ze zilver op de 100 meter en goud op de 200 meter schoolslag op de WK langebaan in Doha. Ze greep een wereldtitel tot haar eigen verrassing. “Ik ging die race in met: zilver is het hoogst haalbare. Die winst geeft motivatie, ik heb het gevoel dat ik nog veel harder kan.” Goud op de Spelen? Ze voelt toch wel meer druk nu steeds vaker over wordt gesproken.
Dave van der Burg, in Parijs aanwezig op de crossfiets, speelde de vraag door of het goed is om altijd tegen mannen te zwemmen. Schouten lacht. “Het is eerder een uitdaging dan een voordeel. Dan wil ik erachteraan beuken, maar is het eigenlijk belangrijker mijn eigen tempo te zwemmen. Onbewust doe je er al snel een tandje bij. Soms denk ik wel eens: ze slopen me!”
Zonder gêne deelt ze het, als ze last heeft van haar menstruatiecyclus. Bij Schouten overheerst doorgaans nuchterheid: ‘Het hoort gewoon bij de natuur. Ze heeft zich er in het verleden weleens half ziek door gevoeld. Dan kan ze veel vermoeider zijn, buikpijn hebben, zien dat haar huid onrustiger wordt en zich down voelen. Of ze niet liever man zou willen zijn? “Nee, natuurlijk niet!”
Schouten vertelde de dag ervoor al dat ze soms kan denken: “Hallo! Denk eens na!” Of: “Veel plezier met dat gelul met z’n drieën.” Mannen zijn soms lomper. Of onnavolgbaar, als ze bijvoorbeeld pochen over zaken als gewicht of hoeveel ze wel niet hebben gegeten, of als ze lyrisch zijn over een computerspel waar zij niks van snapt. Maar dan haalt ze haar schouders op en denkt ze: het zal wel.
Ze steekt haar vers gelakte nagels naar voren: “Kijk eens.” Met een zware, ongeïnteresseerde stem bootst ze de standaard reactie na: “Leuk hoor.” En dan op haar gebruikelijke toonhoogte: “Dat interesseert ze natuurlijk geen reet.”
Of Tes Schouten een gerelateerd vraag aan de 100 meter sprint weet. “Ja zeker”, roept ze. “Die kwalificatie-eisen van het NOC vind ik fascinerend. Ik heb daarom een vraag voor Tasa Jiya. Volgens het IOC loopt ze hard genoeg, maar ze mag van het NOC toch niet starten op de individuele 100 meter. Hoe blijft ze positief? Heeft ze overwogen om net als golfer Joost Luiten naar de rechter te stappen?”
Mooi stukje weer