Paris-Roubaix

Paris-Roubaix
 

De Vragen

1. Winnaar list
  • Abram Stockman
  • Adrien Petit
  • Aimé De Gendt
  • Alastair Mackellar
  • Albert Torres
  • Alec Segaert
  • Alessandro Romele
  • Alexander Kristoff
  • Alexis Renard
  • Alexys Brunel
  • Amaury Capiot
  • Andrea Pasqualon
  • Andrea Raccagni Noviero
  • Andreas Stokbro
  • Anthony Turgis
  • António Morgado
  • Arnaud Démare
  • Arthur Kluckers
  • Axel Huens
  • Ayco Bastiaens
  • Baptiste Veistroffer
  • Ben Swift
  • Ben Turner
  • Bert Van Lerberghe
  • Biniam Girmay
  • Brent Van Moer
  • Cedric Beullens
  • Cees Bol
  • Clément Russo
  • Colby Simmons
  • Connor Swift
  • Cyril Barthe
  • Daan Hoole
  • Damien Touzé
  • Daniel Skerl
  • Danny van Poppel
  • Davide Ballerini
  • Davide Cimolai
  • Davide Toneatti
  • Diego Pescador
  • Dries De Bondt
  • Dylan van Baarle
  • Eddy Le Huitouze
  • Edoardo Affini
  • Edward Planckaert
  • Edward Theuns
  • Elmar Reinders
  • Enzo Leijnse
  • Erik Nordsæter Resell
  • Fabian Lienhard
  • Filippo Ganna
  • Florian Dauphin
  • Florian Vermeersch
  • Fred Wright
  • Frederik Frison
  • Geoffrey Soupe
  • Giacomo Nizzolo
  • Gianni Vermeersch
  • Gijs Van Hoecke
  • Giosuè Epis
  • Gonzalo Serrano
  • Guillaume Boivin
  • Hartthijs de Vries
  • Hugo Hofstetter
  • Iván García Cortina
  • Jack Rootkin-Gray
  • Jannik Steimle
  • Jasha Sütterlin
  • Jasper De Buyst
  • Jasper Philipsen
  • Jasper Stuyven
  • Jelte Krijnsen
  • Jenthe Biermans
  • Johan Jacobs
  • Jonas Abrahamsen
  • Jonas Rickaert
  • Jonas Rutsch
  • Jonathan Milan
  • Jordi Meeus
  • Jordi Warlop
  • Joren Bloem
  • Joseph Pidcock
  • Joshua Giddings
  • Joshua Tarling
  • Juan Sebastián Molano
  • Julien Vermote
  • Julius van den Berg
  • Kamil Gradek
  • Kasper Asgreen
  • Kevin Vermaerke
  • Kim Heiduk
  • Laurence Pithie
  • Laurenz Rex
  • Léandre Lozouet
  • Lewis Askey
  • Luca Mozzato
  • Ludovic Robeet
  • Luka Mezgec
  • Lukáš Kubiš
  • Luke Lamperti
  • Mads Mihkels
  • Mads Pedersen
  • Manlio Moro
  • Marcel Camprubí
  • Marco Haller
  • Marius Mayrhofer
  • Markus Hoelgaard
  • Matej Mohorič
  • Mathias Norsgaard
  • Mathias Vacek
  • Mathieu van der Poel
  • Matteo Moschetti
  • Matteo Trentin
  • Matthew Brennan
  • Max Walker
  • Max Walscheid
  • Michael Schwarzmann
  • Michele Gazzoli
  • Mick van Dijke
  • Miká Heming
  • Mike Teunissen
  • Mikkel Bjerg
  • Miles Scotson
  • Niklas Behrens
  • Niklas Märkl
  • Nils Politt
  • Oded Kogut
  • Oier Lazkano
  • Oliver Knight
  • Oliver Naesen
  • Oscar Chamberlain
  • Oscar Riesebeek
  • Owain Doull
  • Patrick Eddy
  • Patrick Gamper
  • Pavel Bittner
  • Per Strand Hagenes
  • Petr Kelemen
  • Phil Bauhaus
  • Pierre Gautherat
  • Pierre Thierry
  • Piet Allegaert
  • Rasmus Søjberg Pedersen
  • Rasmus Tiller
  • Rayan Boulahotte
  • Riley Pickrell
  • Riley Sheehan
  • Robert Donaldson
  • Roel van Sintmaartensdijk
  • Rory Townsend
  • Ryan Mullen
  • Samuel Leroux
  • Samuel Watson
  • Sander De Pestel
  • Sandy Dujardin
  • Sean Flynn
  • Sébastien Grignard
  • Silvan Dillier
  • Søren Wærenskjold
  • Stanisław Aniołkowski
  • Stefan Bissegger
  • Stefan Küng
  • Sven Erik Bystrøm
  • Taco van der Hoorn
  • Tadej Pogačar
  • Tim Declercq
  • Tim Merlier
  • Tim van Dijke
  • Tim Wellens
  • Timo Roosen
  • Tom Van Asbroeck
  • Tomáš Kopecký
  • Vlad Van Mechelen
  • William Blume Levy
  • Wout Van Aert
  • Yevgeniy Fedorov
  • Yves Lampaert
  • ZZZ niet op deze lijst

Het Evenement

Parijs-Roubaix is misschien wel de zwaarste klassieker op de wielerkalender. Niet voor niets wordt de ruim 259 kilometer lange wedstrijd over een groot aantal kasseistroken de Hel van het Noorden genoemd. Rob Lenting reed als ambitieus amateurwielrenner in 1992 over dezelfde keien naar Roubaix. Hij vertelt er ruim 30 jaar later nog altijd graag over.

Zaterdag 12 april 1992, de benen doen zeer. Rob Lenting heeft tijdens de eerste etappe van Circuit Franco-Belge vreselijk afgezien. De Belgische selectie had tussen Hérinnes en Kluisbergen huisgehouden en het peloton gegeseld. “Met de hol open en snot aan de kin alleen maar naar achterwielen gekeken”, herinnert Lenting zich. Er stond veel wind op de open vlakten in Oost-Vlaanderen en de smalle weggetjes liepen regelmatig slopend omhoog. “Nee, het was niet fijn! Na de eerste dag was ik al helemaal naar de kloten.”

 

Circuit Franco-Belge was destijds een serieuze 6-daagse etappekoers voor amateurs. Vooral voor de Belgen gaf een goed resultaat in deze koers een mogelijke opstap naar de professionals. Een overwinning in deze doorgaans internationaal sterk bezette wedstrijd leverde dikwijls een contract op. Wielervereniging De Jonge Renner uit Oosterhout mocht namens Nederland meedoen. De Nederlandse selectie werd ieder jaar uitgenodigd, maar wilde in 1992 kennelijk geen ploeg sturen. Zo kreeg Frits Pirard (foto onder), ploegleider toen van De Jonge Renner uit Oosterhout en ooit winnaar van een etappe in de Tour de France, de vraag of hij een ploeg kon afvaardigen.

Lenting trots: “Gaaf natuurlijk. In oranje shirt koersen, uitkomen voor je land, dat is speciaal. Ik werd trouwens een dag van te voren opgebeld of ik kon invallen.” Arthur van Dongen, destijds een van de kopmannen bij De Jonge Renner en nu ploegleider bij Team Visma | Lease a Bike, had een ontsteking in zijn rechterknie. “Pirard belde zelf, dat kwam niet vaak voor. Ik stond mijn tanden te poetsen en wilde net naar bed gaan. Hij paaide mij door te vertellen dat een etappe op de wielerbaan in Roubaix zou finishen.” Ik heb toen gelijk mijn koffer gepakt. “Frits had gezegd: “Da kunne gij goe over stenen rijden.”

 

“24 uur later staarde ik in een oud-bollige hotelkamertje in Kluisbergen naar het vergeelde plafond.” Lenting lag op de massagetafel. “Als de masseur naar mijn benen loerde, dan kwam het melkzuur al uit mijn oren.” Er waren twijfels: “En deze benen moeten mij morgen naar Roubaix brengen?” Dezelfde finale als de echte Parijs-Roubaix, dezelfde kasseistroken lagen te wachten voordat de beroepsrenners, de echte kanonnen, er twee uur later overheen zouden kletsen. “Ik wist helemaal niet wat ik kon verwachten en was zelfs een beetje zenuwachtig. En het hielp niet dat Pirard mij net voor het slapengaan tot kopman had gebombardeerd.”

Lenting was de jongste van het zestal dat de over de Frans-Belgische wegen de Nederlandse eer moest verdedigen. Hij was in de eerste etappe als enige Nederlander in een omvangrijke kopgroep als 25ste gefinisht. “Hans de Clercq reed in volle finale weg. We reden boven de 50 met schuin wind tegen. Toen we gingen sprinten dacht ik dat hij allang zij zijn bijgehaald. Ik dacht werkelijk voor de overwinning te springen. Bleken er nog zes vooruit te zijn gebleven.” Lenting zag het allemaal niet meer zo scherp blijkt wel. De Clercq verdiende datzelfde jaar nog een profcontract bij TVM.

 

De volgende morgen scheen de zon. “Maar het was koud en er stond een gure wind. Ik was mijn handschoenen vergeten in te pakken. Koude handjes.” Lenting glundert. Hij praat graag, dat weten alle rovers. De start van de tweede etappe was in het Franse Tressin, net over de grens bij Lille. “Al vrij snel reden we op het parcours van Parijs-Roubaix. Er stonden overal plukjes toeschouwers met koelboxen en vlaggetjes geduldig te wachten.” En toen doemde de eerste kasseienstrook op. “In de verte zag ik het stof in een grote wolk naar links waaien. Ik dacht nog: dat gaat weer pijn doen!” De wind kwam dus van rechts en was strak. Geen ruimte om uit de wind te fietsen.

“De voor mij eerste echte kasseien in mijn wielercarrière kwamen rap dichterbij.” Natuurlijk had Lenting wel vaker over keitjes gereden, maar deze waren veel hoekiger, niet zo glad als die op de Dam. Ze leken bovendien vanuit een helikopter naar beneden te zijn gegooid. Hier was geen noeste stratenmaker aan het werk geweest, zoveel was wel duidelijk. “Ik weet nog dat ik goed voorin het peloton aan de eerste strook begon. Ik was tevreden gepositioneerd, maar al snel raakte in lichte paniek. De kaken kletterden op elkaar, zo erg dat ik een piep in mijn oren hoorde. Ik kon met moeite mijn stuur vasthouden. Dit had ik echt nog nooit meegemaakt.”

 

De gendarmerie op de motoren reden een paar honderd meter voor het peloton en hadden het zand tussen de keien in stof veranderd. “Als een aardappel in een rooimachine werd ik door elkaar geschud. Het opgewaaide zand deden mijn longen piepen en het zicht werd al snel schemerig oranje. Op gevoel probeerde ik zo snel mogelijk het gladde paatje naast de keien te vinden. Een aantal renners was dat al gelukt. Toen ik eindelijk mijn fiets ook op het strookje klei naast de stenen had gestuurd, moest ik ineens in de remmen. Er stond een aantal enthousiast hup-Holland-roepende-toeschouwers gruwelijk in de weg. Kom dan maar weer eens terug de keien op.” De hel was nu echt begonnen.

Op dat moment kwamen de helikopters van de Franse televisie snel dichterbij. “Nu kon ik ook niets meer horen. Het was gewoon gevaarlijk, maar ook bijzonder. Je voelde aan alles dat er iets ging gebeuren. De rijen toeschouwers werden dikker en dikker naarmate we dichter bij de wielerbaan in Roubaix kwamen. Echt heel gaaf om een keer mee te maken.” Gilbert Duclos-Lassalle reed bij de beroepsrenners inmiddels alleen aan de leiding en dat vonden de Fransen natuurlijk fantastisch. Terwijl Lenting over de kasseien stuiterde werden langs de kant van de weg transistorradio’s tegen het oor gehouden om niets van de echte koers te missen.

 

Duclos-Lassalle hield stand en kwam solo over de finish. De toen 37-jarige Fransman pakte zo in 1992 de eerste van twee overwinningen Parijs-Roubaix. Rob Lenting was twee uur eerder verdienstelijk als negende over de finish gerold. “Onder de koude douche op het middenterrein van de velodroom liep het zand en wat bloed het putje in. Tintelen deed het uren later nog van anus tot kruin. De kramp wilde maar niet weggaan. Twee gekneusde polsen en ontstoken ogen had de helletocht mij opgeleverd, maar het was een onvergetelijke ervaring.

Wie wint Parijs-Roubaix 2025?

Officiële website

Officiële startlijst

Voorlopige startlijst

Voorbeschouwing Indeleiderstrui

Uitslag 2024

Palmares

Het Spel

Alle inzendingen en waardes
Deadline: 12 april 2025 om 23:59:59

Alle edities Paris-Roubaix:

Seizoen
Rovers
Score
2024/2025
95.2 %
0.4
2022/2023
87.2 %
0.6
2011/2012
93.3 %
1.0
Gepubliceerd op 20/08/2024
Aangepast op 11/04/2025
Auteur: Roversnest