Femke Bol loopt geen vlakke 400 meter in Parijs. Ze richt zich helemaal op de hordes. “Dit is de enige manier waarop ik goud kan winnen” Het ritme van veertien passen tussen de hordes. Als dat lukt, dan is wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin te verslaan.
Alles in het teken om McLaughlin te kloppen. Een gouden olympische medaille, dat is het enige dat telt. “Heb je een plan? Weet je hoe?” Dat is wat Anouk Vetter, die gisteren centraal stond in onze voorbereiding op de Spelen, graag zou willen weten. Femke Bol was voor ons helaas niet te bereiken. Misschien logisch ook, totale focus, je voelt aan alles dat een ware Bol-mania aanstaande is. En ze is een echte wereldster geworden!
Femke is ook nog de onbetwiste aanvoerder van het estafette-team. Met de 4×400 meter heeft ze al mooie prijzen binnengehaald, sportminnend Nederland doen juichen. Kippenvel centimeters dik toen Bol als slotloopster vorig jaar in Boedapest het goud voor Nederland binnensleepte. Werkelijk een grandioze inhaalrace die zelfs Usain Bolt deed verwonderen. “Je had al 1 goud, je hoefde ons niet ook nog op de laatste meter in te halen!” De blijdschap van Femke was zo puur, ze glunderde als een pubermeisje van een whatsapp van de ‘Thunderbolt’ die ze die avond ontving.
Coach Laurent Meuwly heeft antwoord op de vraag van Vetter. De Zwitser vergelijkt de raceopbouw van Bol met die van McLaughlin. “Femke is momenteel sneller tussen de 100 en 200 meter en even snel op de laatste 100 meter. Daarom hebben we vooral gewerkt aan de twee bochten er tussenin. Daar zit voor Femke nog verbetering in.”
In het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch stond afgelopen winter de 400 meter horden centraal. Weken lang totale focus op dit nummer, hoe die ene perfecte race te lopen. In gedachte, in bijna meditatieve toestand: het startschot beleven, de eerste stappen, de bochten, de eerste hordes, de passen tussen de hekjes, het eindschot. En dat alles in een aangenaam zonnetje, lekker en goed eten met uitzicht over de wijnvelden.
De Nederlandse supervrouw, met mogelijk de langste benen in het veld, loopt natuurlijk ook een snelle 400 meter zonder obstakels onderweg. Mogelijke medaillekansen op dit nummer laat geen verleiding toe. Alleen goud telt in Parijs. Bol gelooft in een vooraf weloverwogen gekozen plan. “Het was afgelopen Kerst toen ik de ballen in de boom had gehangen. Trots was ik toen de lichtjes het deden. Een mooi boompje, niet te groot, niet te klein. Toen bedacht ik: beter klein en perfect dan veel maar net niet. “ Daarom in Parijs alleen de 400 meter horden! Zilver of brons wil ze niet.
Kut natuurlijk voor de Glazen Bol en de 1000 Rovers. Net als heel Nederland willen wij drie keer de spanning voelen van Femkes medaillekansen. Haar hoge muizenstemmetje horen gillen als er goud wordt gewonnen, zeker met haar vriendinnen na een perfecte estafette-race is die energie onbetaalbaar. Met vochtige ogen en brok in de keel achter de televisie, of beter nog in het stadion, dat is wat wij rovers willen.
Er werd in Stellenbosch gewerkt aan de ‘perfecte mindset’. “Als ik aan de start sta bij de Olympische Spelen, moet ik daar staan met het gevoel dat ik kan winnen”, vertelde Bol in januari van dit jaar aan de NOS. “Hoe goed McLaughlin ook is, dat is de enige manier waarop ik kan winnen. Als ik aan de start niet weet of ik haar kan verslaan, dan is de kans dat ik win ook klein. Echt voelen dat je kan winnen, dat is heel belangrijk.”
Een ander veelbesproken thema is het pasritme van Bol. Daar zit verbetering in, maar het blijft een uitdaging. “Vorig jaar bleek het best moeilijk om horde zeven te halen in een ritme van veertien passen. Die haal ik nu. Het is een perfect pasritme voor me. Het is alleen nog wel steeds wennen dat ik midden in de race een switch moet maken naar vijftien passen.”
Veertien passen tussen de hordes. Niet aan ons verteld, maar aan de NOS. Dat is dus het echte antwoord op de vraag van Anouk Vetter. Alleen met veertien is McLaughlin te verslaan. En hoe zit het dan mocht Femke onverhoopt zilver winnen? Is dan de winter op Stellenbosch voor niks geweest? “Zeker niet. Ik wil er alles aan hebben gedaan om te kunnen winnen. Dat hebben we in Stellenbosch gedaan. En als zij dan toch beter is, dan is ze simpelweg beter. Dan ben ik ook superblij met mijn tweede plek.”
Femke Bol, pas 24 lentes jong, en haar erelijst is al duizelingwekkend. Zeker voor Nederlandse begrippen. Komt ie, waarschuwing, ga eerst maar even zitten: 2x goud, 2x zilver wereldkampioenschap outdoor, 2x goud en 2x zilver WK indoor, in totaal 9x goud op het allerhoogste Europees niveau. In de Diamond League wedstrijden sinds 2020 maar liefst 21x winnaar van de 400 meter horden. In Tokyo een bronzen medaille.
We hebben Femke Bol helaas niet kunnen spreken. We hadden echt alles willen weten over het whatsapp contact dat ze heeft gehad met Usain Bol vlak na haar indrukwekkende wereldtitels in Boedapest. Maar erger nog, ook geen vraag dus voor schermer Tristan Tulen, de volgende in onze reeks.
Misschien weet een van de betrokken rovers, die af en toe onze met zorg samengestelde artikelen met plezier leest, een vraag voor onze koning met de degen in petto?
Jammer! De ontspanning van Femke bij het lopen, dat is bijna meditatie. Maar op naar schermen, en dan de degen. De sport van Tristan. Levensgevaarlijk natuurlijk, zo’n wapen bij de hand. In Parijs domineren de veiligheidsmaatregelen, ik vraag mij af of er ook voor het imposante Olympische dorp allerlei regels gelden, Voeding, veiligheid, condooms… aan alles wordt gedacht. Wat moet Tristan eigenlijk zelf regelen voor het Olympische dorp? Wat mag wel, wat mag niet en wat moet?