Zonder na te denken zo snel mogelijk naar beneden. Daar lijkt het op. Zo is het natuurlijk niet. Het gaat om uiterste concentratie. De race duurt niet langer dan 2 minuten en ieder foutje telt. Wie wint op 13 februari de afdaling bij de mannen?
De afdaling is het koningsnummer en tevens het oudste onderdeel bij het alpine skiën. Geen wonder dat de downhill in Vancouver op de roverskalender staat. Met snelheden van ruim 120 km per uur duiken de waaghalzen op twee latten het gat in. De elektronische tijdwaarneming boven op de berg piept drie keer het dal in en weg is hij. Vaak hangt er een mistige dauw vlak boven de sneeuw. Een kilometer lager is de finishlijn getrokken. Het gaat om de kortste weg naar beneden, om opperste concentratie, om tienden, om honderdsten van secondes. Dennenbomen rechts en links van de piste suizen voorbij en worden door netten afgeschermd. Even niet opletten en er ligt er eentje met de ski’s omhoog in zo’n net te spartelen als een vis op het droge. In Whistler Creek zal het 13 februari aanstaande niet anders zijn. Het spektakel begint om 21:45 uur Nederlandse tijd.
De afdaling wordt dit jaar gedomineerd door de Zwitsers. Didier Cuche, Carlo Janka en Didier Defago beheersen het spel met de wind, het maken van effectieve sprongen en het goed aansnijden van de flauwe bochten verreweg als beste. Alle belangrijke wedstrijden werden dit seizoen gewonnen door een skiër uit het kleine Alpenland. Door de Zwitserse sportliefhebber wordt zelfs stiekem gedroomd van een Olympische 1-2-3. Het zou voor het eerst zijn in de geschiedenis van de winterspelen dat de topdrie van de afdaling uit hetzelfde land komen. Pirmin Zurbriggen was in Calgary (1988) overigens de laatste Zwitser die goud won deze discipline, voor een groot ski-land als Zwitserland veel te lang geleden.
Het is maar de vraag of de wens van de Zwisers uit zal komen. In het verleden viel de grote favoriet voor de titel dikwijls door de mand. Vorig jaar nog miste Didier Cuche de wereldtitel op twee honderdsten van een seconden, John Kucera ging verrassend met de winst aan de haal. De Canadees is dit jaar niet goed genoeg gevonden om in eigen land mee te mogen doen. Bode Miller, vier jaar geleden topfavoriet op alle disciplines, belandde in Turijn tot ieders verbazing op de afdaling zelfs naast het podium. Hermann Maier, een van de grootste skikampioenen aller tijden, ging in Nagano (1998) op de afdaling hard onderuit. Na een groot aantal salto’s kwam de Oostenrijker uiteindelijk als een slappe vaatdoek in de Japanse sneeuw stil te liggen. Er werd voor het ergste gevreesd, maar de Herminator schudde even met zijn hoofd en won een paar dagen later wel goud op de Super G. Dat favorieten falen en dat de underdogs juist bereid zijn extra risico te nemen, maakt de afdaling juist zo mooi. Vooral de Fransen en de Noord-Amerikanen stortten zich zonder angst naar beneden en hebben in het verleden op de Olympische Spelen voor verassingen gezorgd. Wie zal het zeggen?