De Chinezen komen naar Rotterdam

De Chinezen komen naar Rotterdam. Uit alle hoeken van de wereld, je weet ze zitten overal. Chinezen, de meesters van de stuiterende pingpongballetjes, specialisten van de topspin en het contraeffect. Uiterst geconcentreerd zal de service worden ingeleid met een hoge worp of juist vanuit een korte snelle polsbeweging, het batje speels tussen duim en wijsvinger als Dim Sum tussen een paar stokjes tijdens de lunch. Vanaf 8 mei staan honderden pingpongtafels rijen dik opgesteld in het sportpaleis Ahoy’ voor het wereldkampioenschap tafeltennis. Ruim 700 spelers en speelsters uit 122 landen slapen de komende weken in Rotterdam en zullen tussen de wedstrijden door als toeristen over Erasmusbrug, Coolsingel of Kruiskade slenteren. Het merendeel luistert naar Chinees klinkende namen. Welke Hang, Wang, Zhang, Wu, Li, Yi of Cheng wordt wereldkampioen tafeltennis? De Glazen Bol vraagt om zowel de winnaar bij de mannen als de beste bij de vrouwen. Let op: dit keer geen bonusvraag, dus alleen beide kampioenen juist zijn voorspeld, levert het punten op.

Na het WK judo en WK turnen vorig jaar is Rotterdam opnieuw het middelpunt van een mondiale titelstrijd. Het WK tafeltennis is een tweejaarlijks evenement dat sinds jaar en dag wordt beheerst door de Chinezen. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen staan er zeven Chinezen op de deelnemerslijst en alle 14 maken kans op de titel. Zeker bij de vrouwen is de overmacht uit de volksrepubliek enorm, de nummers 1 tot en met 5 van de wereldranglijst wonen in China. De meeste tegenstand komt uit Japan, Singapore, Hongkong of Zuid-Korea, al voorspellen de erelijsten dat deze bedreiging slechts schijn is. Tafeltennis wordt overal gespeeld. Op de Filipijnen, in Indonesië, op de Faröer eilanden of de Seychellen, in India, Vietnam, in Kameroen, Congo, zelfs in Nicaragua, Guatemala, Haiti, Cuba en Peru. Ondanks de enorme tegenstand van over de hele wereld, zullen de finales op 15 mei geheel Chinees gekleurd zijn.

Of toch niet? In Göteborg (1993) werd voor het laatst geen van beide enkelspellen door een Chinees gewonnen. En maken Nederlanders een kans? Bij de vrouwen is Jiao Li als twaalfde geplaatst. De Chinese roots is duidelijk hoor- en zichtbaar, maar Li woont al sinds 2004 in Den Helder en ze is internationaal nooit voor haar geboorteland China uitgekomen. Het zou toch mooi zijn om de wereldtitel in Nederland te houden. Het zou voor het eerst zijn. Bettine Vriesekoop, vaderlands pingponggoeroe aller tijden, sportvrouw van het jaar in 1981 en 1985, heeft meer dan haar best gedaan om ze (de Chinezen) allemaal te verslaan. De vrouw met de mannelijke hoektanden, de rood gestifte lippen, grijs grauwe wallen onder haar in verbeten blik verstopte ogen, verhuisde zelfs naar China om aan de tafeltenniscultuur te snuiven, om iedere dag 7 dagen per week Chinees te trainen. Vriesekoop offerde haar jonge vrouwenleven op om 1 keertje wereldkampioen te worden. Het is haar niet gelukt. De stuiterende pingpongballetjes tikten haar zelfs bijna gek en zwaar gedesillusioneerd keerde Vriesekoop terug naar het polderland rijp voor opname in een kliniek. Ze schreef vier boeken over haar ervaringen, dit jaar is ‘Duizend dagen in China’ verschenen.

Bij de mannen is de Aziatische overheersing iets minder, maar nog altijd behoorlijk. De Chinese heren vrezen zelfs enige concurrentie uit Europa, uit Duitse hoek. Timo Boll doet het de afgelopen jaren op internationale toernooien meer dan behoorlijk. Boll is in Rotterdam als tweede geplaatst. Regerend wereldkampioen Hao Wang (foto) is favoriet, van Jike Zheng wordt ook veel verwacht, maar misschien let het rode leger even niet op en staat er na een volle week pingpongen een Duitser in ons sportpaleis met de bloemen te zwaaien. Wie het weet mag het zeggen. Deadline 7 mei aanstaande. En nogmaals: alleen punten wanneer zowel de winnaar bij de mannen als bij de vrouwen goed is voorspeld.